Multiplanetechniek
Omdat geen enkele borst hetzelfde is, zijn er diverse soorten borstvergrotingen te benoemen. De multiplanetechniek is dan ook bedoeld voor vrouwen die van zichzelf (relatief) kleine borsten hebben. Vaak is er dan ook spraken van “onderontwikkelde” borsten.
Schrikt u alstublieft niet van die term. Er is niks mis met u, maar het is belangrijk dat we onderscheid maken tussen een borst die simpelweg minder volume heeft en een borst waarbij de borstklier te weinig ontwikkeld is.
Wanneer we bij een onderontwikkelde borst hetzelfde zouden doen als bij een kleine borst, namelijk: Een incisie maken en daar een prothese in stoppen, zult u geen mooie, grotere borsten krijgen. U zult dan vergrote “onderontwikkelde” borsten krijgen.
Dit komt omdat de afstand tussen de borstplooi en de tepel bij onderontwikkelde borsten aan de kleine kant is. Wanneer we de borsten dan enkel vergroten, (zonder de borstklier aan te passen) zien we vaak dat de tepels naar beneden gaan wijzen.
Daarom heeft Edwin van Onselen een speciale techniek ontwikkeld.
Eerst wordt er tussen de borstklier en de spier wat ruimte gecreëerd. Vervolgens worden er in het onderste gedeelte van de borstklier, dat zich onder het Niveau van de tepel bevindt, van binnenuit, kleine horizontale insnedes gemaakt. Vanuit het centrum van de borsten worden er eventueel ook nog insnedes gemaakt die lopen naar de zijkanten van de borsten. Hierdoor begint de klier zich te ontplooien zodat de gehele borst zich van binnenuit vult. De borst krijgt dus een mooie en natuurlijke vulling. Nu er geen sprake meer is van een “onderontwikkelde” borst, kunnen we deze alsnog gaan vergroten. We brengen een vormstabiele prothese in met een natuurlijke vorm. We bouwen de borst dus van binnenuit op.
Zo zorgen we ervoor dat we de borst aanpassen naar de perfecte vorm van de prothese.
Zo krijgt u mooie, vergrootte, natuurlijke borsten.